vrijdag 16 september 2016

Van boerenkool tot ingezakte tomatenplanten.




Van boerenkool tot ingezakte tomatenplanten.

De temperatuur is eindelijk van de aanhoudende tropische hitte gezakt naar een aangename 24 graden.  Sinds vorig jaar kan ik niet meer zo goed tegen de hitte en daarom ben ik blij met het zakken van de temperatuur. Maar ook de tuin is er blij mee volgens mij. Vannacht heeft het ook voor het eerst sinds weken weer eens geregend. Niet een paar drupjes, maar een redelijke bui. Eindelijk kan ik nu ook mijn boerenkoolplantjes in de volle grond zetten. In een kooi van gaas en netten heb ik al wel 5 intussen flink uit de kluiten gewassen boerenkoolplanten staan, doch omdat wij boerenkool zo lekker vinden heb ik er nog 5 bij gekocht. 


Maar met temperaturen rond 30 graden en soms zelfs nog hoger, moesten ze nog even in potjes wachten tot vandaag hun grote verhuizing kon beginnen. Hoewel ik zo biologisch mogelijk tuinier, gebruik ik wel een poeder tegen knolvoet. Knolvoet is een ziekte bij koolplanten. De boosdoener is een soort schimmel. Zodra de sporen zich gaan delen krijgen de wortels knobbelvormige verdikkingen. De kool stopt met groeien of vormt geen mooie dichte kool meer. Het eerste jaar op mijn volkstuin zakten de boerenkoolplanten bij aanraking als een plumpudding in elkaar en verspreidden een geur van rottende kool. Knolvoet blijft zeker 6 jaar in de grond zitten en eigenlijk zou ik dus geen kool meer op mijn landje kunnen telen want in mijn hele tuin zit knolvoet in de grond. Toch had ik er vorig jaar geen last van. Mijn koolplantjes zaai ik in zaai- en stekgrond. Als ze groot genoeg zijn, zet ik ze over in royale potten met potgrond vermengt met zandgrond uit de tuin. Als ze dan eindelijk in de volle grond worden gezet, strooi ik in het plantgat wat “knolvoetvrij”. Maar dat helpt helaas niet altijd, vandaag bleken de koolrabi ook besmet te zijn met knolvoet. Gelukkig nog niet al te erg dus ik heb dit weekend een lekker maaltje. De chinese kool die ik heb voorgezaaid kunnen geen plekje meer vinden in mijn tuin, het staat al vol op het bed dat bestemd is voor de kolen. Daarom heb ik die maar bij de buurman in de grond gezet. Kunnen we er samen van eten straks. Tenminste… als de slakken ons niet voor zijn.



Al weken geleden heb ik winterharde volhart andijvie voor gezaaid in een zaaitray. Maar ook deze plantjes konden niet in de volle grond door de tropische temperaturen. Ik heb er regelmatig wel een paar in de tuin uitgezet, maar ze deden een wedstrijdje “wie kan het snelst doorschieten? “ Gelukkig had ik er ruim voldoende gezaaid zodat ik nu een mooi veldje met andijvieplantjes heb. Ondanks dat de buitenste blaadjes lichtgeel zijn, hebben ze een mooi groen hartje dus ik heb er alle vertrouwen in dat het mooie andijvieplanten worden.
 





En klusje waar ik al weken tegenop zag, is het opruimen van het tuinhout. Ronde tuinpalen, vierkante palen, bamboestokken, planken. Alles lag op een hoop achter mijn huisje. Het onkruid dan van de buren komt, groeide er welig door heen. Dus vandaag maar even met frisse tegenzin begonnen om al het hout weg te halen en het onkruid te kortwieken. Het groeit op de afscheiding tussen de tuinen. Nadat ik de bezem over de stoep had gehaald en een paar stukken hout had neergelegd, kon alles weer terug. Nu ligt het ook niet meer op de tegels dus blijft het ook droger. Maar het hout dat niet goed meer was mocht op de vuurkorf. Deze brandde lekker.



Af en toe klonk er een knal omdat er ik ook stukken bamboe op het vuur had gelegd. Nu heb ik meteen weer wat houtas om door de tuin te strooien. Houtas bevat veel kali en is dus een goede bemesting. Vooral wortelgroenten en knolgewassen houden van kalium. Wel houtas van onbehandeld hout gebruiken natuurlijk. Toen ik een kruiwagen met onkruid en goudsbloemplanten naar de gezamelijke composthoop bracht, vulde ik hem daarna met een flinke lading verteerde paardenmest. Dit gaat binnenkort over de tuin.





In mijn zelfgemaakte kas van oude deuren en afvalhout, heb ik tomaten staan. 


In mijn enthousiasme heb ik de planten veel te dicht op elkaar gezet maar ook teveel op de oppervakte. Ik heb ze in twee rijen geplant met als gevolg dat ik bij de achterste planten niet meer bij kan om te dieven, te toppen of te plukken. Het werd een tropisch tomatenwoud. Daardoor krijgt ook het zonlicht geen kans om te tomaten te bereiken. Vanmiddag zag ik dat de planten als een stelletje ouwe wijven in elkaar waren gezakt. Nu kon ik helemaal nergens meer bij. De touwtjes en binddraden waren geknapt onder het gewicht van tomaat en bladerdek. Van de voorste rijen heb ik alle toppen weggehaald en zoveel mogelijk bladeren. Met veel rek- en strekwerk heb ik voor zo ver ik er bij kon, ook van de achterste planten zoveel mogelijk weggehaald, maar dat lukte niet zo goed omdat ik er echt niet bij kon.




Volgend jaar moet ik toch echt minder planten in mijn kasje zetten. Gelukkig wordt het plastic kasje dat achter ons huis staat, groter gemaakt zodat ik daar volgend jaar meer tomaten kan plaatsen. Ik vind het zo leuk om meerdere soorten te hebben en daarom kocht ik dit jaar in een winkel in Duitsland zaad van “der Goldene Köningin”. De foto op de verpakking liet mooie grote tomaten zien in een prachtige gele kleur. Maar helaas worden de mijne gewoon oranje-rood. Niks Golden, niks Köningin, gewoon een oranje princes. Op facebook reageerde ik op een topic en maakte mijn teleurstelling over de kleur van deze tomaat bekend. Nu krijg ik van een tomatenliefhebber uit België binnenkort wat zaadjes opgestuurd. Ik ben zo benieuwd hoe die volgend jaar zullen zijn…

Nu het weer zo is veranderd werd het ook de hoogste tijd om de preiplantjes uit te zetten. Na eerst hun wilde haardos te hebben gekortwiekt, mochten ze in de grond. Lekker diep met hun voetjes in de warme aarde. 
 
Nu het weer zo is veranderd werd het ook de hoogste tijd om de preiplantjes uit te zetten. Na eerst hun wilde haardos te hebben gekortwiekt, mochten ze in de grond. Lekker diep met hun voetjes in de warme aarde. 






Na een rondje tuin en kas, heb ik weer een kistje vol geoogst.
Bij het schoffelen kwam ik nog een paar piepers tegen in de grond achter zijn gebleven bij het rooien. Die kunnen dus nu mooi mee naar huis.






Net voordat ik naar huis ging, heb ik nog even mijn spuitje gevuld met mijn zelfgemaakt biologisch anti-rupsenmiddeltje.
Hiervoor gebruik ik een glazen fles met draaidop. Hier doe ik een in stukken gesneden ui en in stukken gesneden knoflooktenen in en vul ik de fles af met water en laat dit een paar dagen trekken bij daglicht. Vervolgens zeef ik dit en voeg er wat peper en een paar druppels groene zeep aan toe. Dit spuit ik over de kolen maar vooral onder de bladeren. Volgens mijn buurman op de tuin, kan ik er de hele bevolking van Uden mee weg jagen, zo stinkt het mengsel. De kolen gaan er gelukkig niet naar smaken en na een paar dagen is de geur ook verdwenen, net als de rupsen. Want hoe leuk ik de verschillende rupsen ook vind, de kolen eet ik liever zelf op.